Duurzaam consumeren is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want er kruipt best wat moeite en tijd in om uit te vissen hoe duurzaam een product is. Het gaat immers om veel meer dan een ecolabel of ingrediënten. Het gaat ook over de manier waarop ingrediënten geteeld worden, geoogst, aangekocht en verwerkt. Over het productieproces, welke (hernieuwbare) energie daarvoor wordt gebruikt en hoeveel afval dat met zich meebrengt. Dat zijn zaken die je doorgaans moeilijk kan achterhalen. Al zal een merk meestal wel communiceren over de extra moeite die het doet om zo duurzaam mogelijk te werken. Waar kun je dan wel op letten?
Bekijk de ingrediëntenlijst
De ingrediëntenlijst checken op ‘nasties’ (zoals sulfaten, bewaarmiddelen en andere minder huidvriendelijke stoffen) is niet zo eenvoudig. Chemische ingrediënten hebben vaak bevreemdende namen die gevaarlijk klinken. Maar in realiteit kunnen ze veel huidvriendelijker én duurzamer zijn dan bijvoorbeeld een plantenextract waar je allergisch aan bent en dat met pesticiden is behandeld. Ook bewaarmiddelen als parabenen of phenoxyethanol zijn vaak kop van jut, al heb ik ze liever wel in mijn crème dan niet. Een bacteriële besmetting is immers veel grotere ellende.
Apps als yuka of Think Dirty lijken een oplossing. Ze werken met een zwarte lijst van omstreden stoffen maar houden geen rekening met de dosis die in cosmetica gebruikt wordt. Dat maakt hen niet altijd even relevant. Zo’n app is als een gps: handig als je je weg niet weet, maar kan niet winnen van kennis van zaken en gezond verstand.
Check de labels en weet wat ze betekenen
- Natuurlijk: dit is geen wettelijk beschermde term en kan dus vanalles en niets betekenen. Het is niet omdat iets natuurlijk is dat het per definitie duurzaam is. Denk maar aan palmolie bijvoorbeeld, waarvan de teelt veel ontbossing veroorzaakt en bijgevolg ook de toekomst van veel dieren hypothekeert. (ook de zielige filmpjes van verbrande oerang oetangs gezien?)
- Organic’ of ‘biologisch‘ is een beschermde term waar enkele voorwaarden aan hangen. Zo moet een bepaald percentage van de ingrediënten ecologisch geteeld zijn. En dat is soms verbazend laag. Om zo’n biolabel te mogen gebruiken moeten merken veel geld betalen (voor de doorlichting). Vaak is die investering te groot voor kleinere merken die nochtans hun best doen om duurzaam te werken. En omgekeerd: het is niet omdat een product een bepaald percentage biologische ingrediënten bevat dat het helemaal duurzaam is. Maar het is wel een herkenbare houvast. Bekende ecolabels zijn Ecocert, Natrue en BDIH.
- Fairtrade: een fairtrade label wijst er op dat de ingrediënten aan een eerlijke prijs zijn aangekocht, zodat de lokale bevolking een redelijk inkomen krijgt.
- Crueltyfree betekent dat producten en ingrediënten niet getest zijn op dieren. In Europa zijn dierenproeven voor cosmetica verboden sinds 2013. Maar opgelet: het is niet omdat producten crueltyfree zijn, dat ze geen dierlijke ingrediënten bevatten, zoals bijvoorbeeld bijenwas. Indirect is palmolie ook niet echt crueltyfree omdat het de habitat van veel dieren vernietigt (tenzij het een sustainability certificaat heeft).
- Vegan: vegan betekent dat het product volledig plantaardig is en geen dierlijke ingrediënten bevat. Maar vegan is niet gegarandeerd crueltyfree (indien in het buitenland gemaakt) of ethisch.
Let op de verpakking
Een verpakking dient in de eerste plaats om de inhoud te beschermen. En moet dus stevig genoeg zijn. Want wat ben je met een ecokarton als er lucht en bacteriën aan de ingrediënten kunnen? En is glas per definitie duurzamer dan gerecycleerd plastic? Dat is niet altijd even gemakkelijk om in te schatten. Houd het mantra ‘reduce, re-use & recycle’ in je achterhoofd. Is er geen onnodige verpakking (bv plastic dat het product op zijn plaats moet houden in de te grote doos. Of papieren bijsluiters met uitleg die ook op de fles zou kunnen staan)? Kan je de verpakking herbruiken? Of indien niet, kan het materiaal gerecycleerd worden? Dat laatste herken je aan een symbooltje.
Sociaal engagement
Duurzaam betekent niet alleen produceren met respect voor het milieu, maar ook voor de maatschappij. Worden mensen niet uitgebuit bij het maken van dit product? Draagt het merk of het product zijn steentje bij aan een betere maatschappij door bijvoorbeeld een goed doel te steunen? Of zelf acties op touw te zetten? Elk merk met een lange termijn visie heeft zijn naam verbonden aan een goed doel dat past bij het DNA van het merk. Voorbeelden te over: L’Occitane, Lush, MAC’s Vivaglam Aids fonds, de Breast Cancer Awareness campagnes van Estée Lauder, etc.
Lees ook
14 tips voor meer duurzaamheid in de badkamer