Parfum met een reukje aan: bekende parfums worden geassocieerd met kinderarbeid.

Gisteren was er een BBC-reportage die aan het licht bracht dat er kinderarbeid kwam kijken bij de jasmijn die gebruikt wordt in enkele populaire parfums. Vanmorgen hing De Standaard aan de lijn of ik daar iets meer over kon vertellen. Hoe kan dat gebeuren in een industrie, waar merken de mond vol hebben van transparantie en duurzaamheid?

Een lang traject van het veld tot de fles

Wat je moet weten is dat de meeste merken hun parfums niet zelf maken. Ze bestellen ze bij een van de grote geurproducenten. Die kweken op hun beurt de natuurlijke ingrediënten waarmee ze parfums maken niet zelf, maar kopen ze van lokale boeren of coöperatieven. Die boeren nemen voor de oogstperiode tijdelijk heel wat seizoensarbeiders in dienst. Al dan niet via tussenpersonen. Vergelijk het met de bouwsector. Een bouwheer geeft een opdracht aan een architect, die een of meerdere aannemers inschakelt, die op hun beurt het werk uitbesteden aan onderaannemers. Hoe meer tussenpersonen betrokken worden, hoe groter de kans op onregelmatigheden omdat het steeds moeilijker te controleren wordt.

Arbeidsintensieve gewassen

De meeste natuurlijke parfumingrediënten worden in landen geteeld waar de loonkosten heel wat lager liggen. En zeker voor fragiele bloemen als jasmijn en rozen, die met de hand geplukt moeten worden, maakt dat al snel een groot verschil. Als je weet dat acht miljoen bloemetjes (645 kilo jasmijn) slechts 1 kilo absolu (het concentraat dat gebruikt wordt in parfums) oplevert, krijg je een idee waarom dat prijskaartje zo hoog ligt en de verleiding groot is om de loonkost zo laag mogelijk te houden. En dat lukt nu eenmaal gemakkelijker in landen waar mensen minder goed sociaaleconomisch beschermd worden. In een land als Egypte ontbreken goede sociale voorzieningen en is het algemeen aanvaard dat kinderen meehelpen op het land. Kinderarbeid heeft er een ander gewicht dan bij ons.

Een lange traditie van gebrek aan transparantie

De parfumindustrie is notoir ontransparant. Dat gaat van de budgetten waarmee parfums gemaakt worden, hoeveel natuurlijke ingrediënten een parfum bevat (als je de persberichten leest, lijken parfums uitsluitend natuurlijke ingrediënten te bevatten, terwijl dat in realiteit vaak maar over een paar procent gaat), wie het parfum heeft gemaakt en waar de ingrediënten vandaan komen. Vooral dat laatste is voor heel wat ingrediënten -zoals bijvoorbeeld wierook- nog erg shady en allesbehalve goed gereglementeerd.

De verantwoordelijkheid van de merken

Wat me stoorde in de BBC reportage is dat er twee merken (Lancôme en Aerin) worden uitgepikt. Gezien de populariteit van jasmijn, zijn er naar alle waarschijnlijkheid ook andere merken bij betrokken. Het zou me sterk lijken dat die merken op de hoogte waren. Geassocieerd worden met kinderarbeid of andere schendingen van mensenrechten is immers niet meteen goede reclame. Niettemin hebben ze wel degelijk een verantwoordelijkheid:

Ze moeten de budgetten realistisch houden.

Zo kunnen parfumproducenten hun boeren een eerlijke prijs betalen, zodat die op hun beurt hun plukkers deftig kunnen vergoeden. Parfumproducenten bieden soms duurzame kwaliteiten van eenzelfde ingrediënt aan. Maar veel merken kiezen daar niet voor, omdat het de kostprijs van hun parfum de hoogte in jaagt. En bijgevolg hun winstmarge verkleint.

Een eerlijke marketing voeren.

Wanneer merken toch kiezen voor de duurdere, duurzame ingrediënten, spelen ze dat sterk uit in de marketing rond het parfum. Maar als je weet dat een modern parfum gemiddeld een veertigtal ingrediënten bevat (oudere parfums bevatten er doorgaans meer), waarvan er gemiddeld een handvol natuurlijk zijn, wat stelt het dan voor dat er 1 of 2 gegarandeerd duurzaam zijn geoogst? Dat is letterlijk een druppel op een hete plaat (of in een fles). Voor synthetische ingrediënten stelt dat probleem zich niet. Deze worden immers in labo’s gemaakt, waar gegarandeerd geen kinderarbeid aan te pas komt. Maar daarover communiceren merken niet graag, aangezien phenylethanol een pak minder sexy klinkt dan roos.

Is alles dan onzin?

Nee. Er beweegt wel wat. Heel wat kleine, jonge merken nemen het voortouw in meer transparantie en duurzaamheid. Grote groepen hebben dan weer hun gewicht en schaal mee om veranderingen af te dwingen en een significant verschil te maken. Verschillende parfumproducenten hebben al langer samenwerkingsverbanden met lokale kwekers om zich te verzekeren van voldoende en kwalitatieve natuurlijke ingrediënten. Door een degelijke vergoeding en ondersteuning te bieden hopen ze dat boeren niet in de verleiding komen om over te schakelen op meer lucratieve gewassen. Zo’n langdurige, duurzame samenwerking is een win win voor beide partijen.

Maar er is nog veel werk aan de winkel. Het business model van de parfummerken én de parfumproducenten moet ten gronde veranderen om echt van duurzaamheid te kunnen spreken. De onafhankelijke parfumeur Christophe Laudamiel is al jaren een hevig voorvechter voor meer transparantie, ethiek en duurzaamheid. Zijn aanbevelingen kun je lezen in zijn Perfumery Code of Ethics.

Update

Zowel Estée Lauder Companies (eigenaar van Aerin) als L’Oréal (eigenaar van Lancôme) contacteerden me om te zeggen dat er intussen maatregelen waren genomen. Estée Lauder is van leverancier veranderd van zodra ze van het probleem op de hoogte waren. L’Oréal was door een eigen controle bij de oogst van vorig jaar zelf al op de hoogte. Lang voordat de BBC-reportage werd gemaakt. Voor de oogst van dit jaar zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt. Daarnaast is er een samenwerking opgestart met de Egyptische overheid, de Fair Labor Association, de the International Labour Organisation en andere spelers in de sector, om lokale gemeenschappen te ondersteunen en structurele veranderingen af te dwingen.

Lees ook

Christophe Laudamiel over de donkere kant van de parfumerie

De prijs van parfum: gebakken lucht of bloed, zweet en tranen?

Zit parfum vol gevaarlijke chemicaliën?

Dit artikel delen op
Sofie Albrecht
Sofie Albrecht